Volg deze stappen om de frequentie van de scans die u hebt gepland, te configureren of te bewerken.
Klik in het hoofdvenster op Scan.
Klik op Programmeer de scanning.
U ziet vervolgens een lijst met de bestaande geplande scans. Selecteer de scan die u wilt configureren en klik op Configuratie van scan.
Bewerk de te scannen items. Klik op Bewerk om een lijst met alle items (geheugen, diskettes, enz.) die de geselecteerde scantaak moet scannen weer te geven. Klik op Vul in of Verwijder om de tijdens deze scantaak gecontroleerde items toe te voegen of te verwijderen.
Klik op Vul in om een nieuw item aan de lijst toe te voegen. Selecteer vervolgens de items die u wilt scannen, en klik op OK. Deze items worden één voor één worden toegevoegd aan de lijst met te scannen items.
Configuratie van scan: Klik op Instellingen om de eigenschappen van de scan te definiëren. Raadpleeg Scans configureren (op-aanvraag/gepland) in deze Help voor meer informatie over het configureren van scans of scantaken.
Configuratie van planning. Klik op Plannen om de frequentie van de geselecteerde geplande scans te wijzigen. Raadpleeg Scans configureren - Tabblad Tijdsplanning in deze Help voor meer informatie over het configureren van scans of scantaken.
Als u klaar bent met het bewerken van de scaneigenschappen, klik dan op OK om de wijzigingen toe te passen. Als nu op Annuleren klikt, worden de wijzigingen niet toegepast.